Sommige gebeurtenissen kunnen diep ingrijpen in het leven van mensen. Nare gebeurtenissen meemaken als een verkrachting, geconfronteerd worden met geweld of de plotselinge dood van een dierbaar persoon zijn gebeurtenissen die vaak in eerste instantie leiden tot gevoelens van ontreddering, hulpeloosheid, angst en verdoving. Op langere termijn kan je last krijgen van indringende beelden (herbelevingen) van wat er gebeurd is, vermijding van dingen die ermee te maken hebben, extreme schrikachtigheid en slaapproblemen. Vaak wordt dan gesproken van een posttraumatische stress-stoornis (PTSS). PTSS is een aandoening die je in je leven erg belemmert. Het is echter goed te behandelen als dit op de juiste manier gebeurt. EMDR is een bewezen effectieve behandeling bij PTSS.

Lange tijd bestond de behandeling van posttraumatische stress-stoornis uit het uitvoerig laten vertellen wat je had meegemaakt en uiting geven aan je emoties. Erover praten is een belangrijk onderdeel om de traumatische gebeurtenis een plek te gaan geven in je levens-geschiedenis, maar is vaak niet voldoende om de klachten als schrikachtigheid, slaap-problemen en gevoelens van schuld, boosheid en schaamte achter je te kunnen laten.

Als we iets naar hebben meegemaakt, kunnen we dit vaak pas gaan verwerken en accepteren als de beelden en herinneringen aan deze ervaringen zich minder aan je opdringen en minder intens worden. EMDR is een therapie waarbij dit bereikt kan worden. EMDR is een methode waarbij het brein terwijl je wakker bent naar de staat van REM slaap gebracht wordt. Dit wordt gedaan met behulp van snelle, herhaalde bilaterale (tweezijdig, van links naar rechts) oog bewegingen. Met deze methode wordt het proces van de REM slaap nagebootst. Hierdoor kunnen herinneringen geïntegreerd worden in de neocortex (dat hersendeel dat typisch menselijke gedrag, en vooral ook het denken, aanstuurt), zonder directe tussenkomst van de normaal actieve hippocampus (dat deel van de hersenen dat o.a. een belangrijke rol speelt bij de opslag van informatie in het geheugen).

Er zijn ook allerlei nare dingen die we mee kunnen maken die we niet direct traumatisch zouden noemen, maar die wel zeer diep ingrijpen in ons (gevoels)leven. Bijvoorbeeld iemand die steeds negatieve dingen tegen ons zei, iemand die je pest, kleineert of je op een onbewaakt moment erg pijn doet. Uit dergelijk ervaringen kunnen we allerlei negatieve overtuigingen over onszelf als het ware meenemen. Dit kan zich uiten in angsten, fobieën, de neiging jezelf te straffen, sombere stemmingen of een onvermogen om voor jezelf op te komen. Ook bij deze problemen kan EMDR uitkomst bieden.

Hoe ziet een EMDR behandeling er uit?

De Amerikaanse psychologe Francine Shapiro ontdekte in 1987, min of meer bij toeval, dat herinneringen aan traumatische gebeurtenissen vrij snel van hun emotionele lading kunnen worden ontdaan. Zij gebruikte een methode waarbij je je aandacht richt op de herinnering aan de traumatische gebeurtenis terwijl je tegelijkertijd je aandacht richt op iets dat je nu afleidt (de vingers van de therapeut die je met je ogen volgt).

Tijdens een EMDR behandeling vertel je over een traumatische herinnering. Je kijkt wat de betekenis is van de nare ervaring; deze betekenis maakt de ervaring traumatisch. In de betekenis die mensen aan traumatische ervaringen geven spelen vaak thema’s als zelfverwijt of schuld (bijvoorbeeld de betekenis ‘ik ben schuldig’), zelfwaardering (‘ik ben waardeloos’), veiligheid (‘ik ben – nog steeds – in gevaar’) of verlies van controle (‘ik ben machteloos’). Naast deze negatieve overtuiging die voor jou gekoppeld is aan de nare ervaring word je tijdens de behandeling gevraagd een overtuiging te formuleren die je in de toekomst zou willen geloven in plaats van de negatieve overtuiging. Dit moet een uitspraak zijn die tegengesteld is aan, en als een soort tegengif dient voor, de negatieve overtuiging. Bijvoorbeeld: ‘Ik heb gedaan wat ik kon’ (in het geval van schuld) of ‘ik ben een waardevol persoon’ (in geval van een beschadiging van je zelfwaardering). Tijdens een EMDR sessie zet je je traumatische herinnering als het ware op scherp. Dit gebeurt door je aandacht te richten op een door jou gekozen herinneringsbeeld (een belangrijk, naar moment tijdens de traumatische gebeurtenis) samen met de negatieve overtuiging en de, ook lijfelijk voelbare, gevoelens op dat moment. Dat is het moment waarop je je aandacht op iets in het nu richt, namelijk de vingers van de therapeut. De therapeut beweegt die vingers op ongeveer 30 centimeter afstand voor je gezicht heen en weer. Terwijl je de vingers met je ogen volgt maak je ongeveer 25 oogbewegingen. Hierna neem je even rust. De therapeut vraagt wat er dan bij je naar boven komt. Het kan hierbij gaan om gedachten, herinneringsbeelden, emoties of lichamelijke sensaties. Deze procedure brengt meestal een stroom van gedachten en beelden op gang, die vaak wel maar soms ogenschijnlijk niets met de nare gebeurtenis te maken hebben. Je concentreert je dan op wat er naar boven is gekomen, waarna een nieuwe serie oogbewegingen volgt. Hierdoor verliest de herinnering langzamerhand haar kracht en emotionele lading. Je kan steeds gemakkelij-ker aan de nare gebeurtenis terug denken. Een kenmerkende reactie is dat er spontaan nieuwe gedachten of inzichten ontstaan, waardoor een andere, minder bedreigende beteke-nis aan de gebeurtenis gekoppeld wordt. In veel gevallen veranderen ook de herinnerings-beelden zelf en worden ze bijvoorbeeld waziger of kleiner. Maar het kan ook zijn dat minder onprettige aspecten van dezelfde situatie naar voren komen. Dit alles draagt ertoe bij dat de schokkende ervaring steeds meer een plek krijgt in je levensgeschiedenis.

Uiteindelijk wordt de positieve overtuiging die je eerder geformuleerd had gekoppeld aan de nare gebeurtenis. Dit gebeurt door je op de positieve overtuiging te concentreren terwijl je je weer richt op het oorspronkelijke herinneringsbeeld, in combinatie met series oogbewe-gingen. Hierdoor zul je merken dat je in plaats van angst, spanning of andere negatieve emoties, kracht en zelfvertrouwen voelt als je aan de nare herinnering denkt.

Werkzaamheid en voordelen van EMDR

Inmiddels is uit meerdere onderzoeken gebleken dat EMDR effectief is bij de behandeling van de gevolgen van het meemaken van ingrijpende gebeurtenissen. EMDR blijkt even effectief als gedragstherapie, waarbij mensen langdurig blootgesteld worden aan de herinneringen aan een traumatische gebeurtenis met als doel de heftige reacties te laten uitdoven. EMDR heeft echter een aantal voordelen boven gedragstherapie.

Zo is EMDR minder belastend voor de cliënt. Bij EMDR is het niet noodzakelijk dat mensen hun ervaringen uitvoerig beschrijven. Het in herinnering terughalen van de traumatische beelden maakt slechts een klein onderdeel van de behandeling uit; in de regel niet meer dan 10 minuten per sessie. Dit zorgt ervoor dat je op een veilige en relatief rustige manier wordt geconfronteerd met niet-verwerkte ervaringen. Deze geringere belasting maakt EMDR ook geschikt voor de behandeling van getraumatiseerde kinderen.

Een ander voordeel is de snelheid waarmee de positieve effecten kunnen worden bereikt. Als mensen klachten hebben die passen binnen een PTSS na een eenmalige ingrijpende gebeurtenis dan zijn mensen vaak al na enkele sessies weer in staat om normale dagelijkse bezigheden op te pakken. Bij langdurig herhaalde trauma’s (zoals bij kindermishandeling, incest of marteling) kan EMDR een onderdeel zijn van een meer uitgebreide behandeling. In het begin van de EMDR therapie zal er aandacht worden besteed aan de oorzaak en achtergronden van de klachten. Daarnaast wordt er een taxatie gemaakt van een aantal individuele kenmerken waaronder de persoonlijke draagkracht en de last die je van de klachten ondervindt. Hieruit blijkt of een gerichte traumabehandeling op dat moment nodig en mogelijk is, en of daarvoor EMDR kan worden gebruikt.

Wanneer kan EMDR helpen?

Vakkundig toegepast kan het iemand bevrijden van vele onnodige angsten en beperkingen. EMDR kan o.a. toegepast worden bij fobieën, faalangst, sociale angst, posttraumatische stress-stoornis, traumatisch verlies, depressieve klachten, te weinig assertiviteit, dwangmatige eetzucht, nicotine- en gokverslaving, problemen met het aangaan van relaties, onbedwingbare woede en sterk wisselende gevoelsstemmingen. Belangrijk is dat je een bepaald inzicht hebt of krijgt in welke situaties in je verleden hebben bijgedragen tot deze problemen. In de overgrote meerderheid van die gevallen kan EMDR aanzienlijke verbetering brengen, in sommige gevallen een redelijke klachtenvermindering en slechts in enkele gevallen helpt het niet en moeten andere technieken worden toegepast.

Hoe werkt EMDR?

WWat maakt dat EMDR zo goed werkt was lange tijd nog niet geheel duidelijk en onderwerp van hypotheses en onderzoek. Wetenschappelijk onderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van hersenscans voor en na de therapie, laat zien dat er onder invloed van EMDR op neurobiologisch niveau grote veranderingen plaatsvinden.

Onderzoek van Linda de Voogd van het Radboudumc toonde in 2017 aan waardoor EMDR werkt. Ze ontdekte dat wanneer je oogbewegingen maakt, een specifiek hersengebied dat betrokken is bij het opslaan van herinneringen, de amygdala, onderdrukt wordt. Het onderdrukken van dit gebied zorgt ervoor dat we de herinneringen die opgeroepen worden, vergeten. De oogbewegingen trekken je volledige aandacht, waardoor je geen aandacht meer kunt hebben voor de herinnering. In haar onderzoek legde Linda de Voogd proefpersonen in de fMRI om beelden te maken van hersenactiviteit. Ze keek vooral naar twee hersendelen. Naar de amygdala, die belangrijk is bij emotionele reacties. En naar de hippocampus, die belangrijk is voor het vormen en terugkeren van herinneringen. De Voogd keek ook hoe die twee hersendelen elkaar beïnvloeden.

Proefdieronderzoek heeft al laten zien dat bij een actieve amygdala (veel emotie, kortweg gezegd) de hippocampus intensievere herinneringen opslaat dan bij een rustige amygdala. Intensieve herinneringen komen in rustige perioden vaker terug. Stressvolle gebeurtenissen worden beter onthouden dan neutrale gebeurtenissen. In de periode na een stressvolle gebeurtenis speelt het brein de herinneringen namelijk opnieuw af en zo worden ze beter opgeslagen.

Om in te grijpen in dit proces van opnieuw afspelen, bekeek De Voogd of het maken van oogbewegingen de herinnering kan verminderen. De Voogd vergeleek de hersenactiviteit tijdens het maken van oogbewegingen met de hersenactiviteit in rust. Ze ontdekte dat wie snel heen en weer kijkt, door oogbewegingen, daarmee zijn vermogen verlaagt om herinneringen op te slaan. Wie tegelijkertijd aan een vervelende gebeurtenis denkt, vermindert toekomstige herinneringen aan dat trauma, want herinneren betekent ook steeds: opnieuw opslaan. De Voogd ‘traumatiseerde ‘ haar vrijwillige proefpersonen met elektrische schokjes aan hun vingers, of door ze naar akelige filmfragmenten te laten kijken, van verkrachtingsscènes. Ze vond, en beschrijft dat in vier wetenschappelijke artikelen die de kern van haar proefschrift vormen, hoe amygdala en hippocampus elkaar beïnvloeden. Bij de ene persoon meer dan bij de andere. Dat is een karaktertrek. En belangrijk: oogbewegingen dempen de activiteit van de amygdala en daardoor worden herinneringen minder intensief opgeslagen.

EMDR leidt tot het weer op gang brengen van het natuurlijke verwerkingsproces waar wij allemaal over beschikken om ervaringen te verwerken. Door de oogbewegingen ontstaat er een ander samenspel tussen de amygdala en de hippocampus, waardoor de herinnering weer minder intensief wordt opgeslagen, weer toegankelijk gemaakt wordt en verwerking mogelijk is.

Als je meer wilt weten over EMDR kan je terecht op de website: www.emdr.nl. Bij vragen kunt u ook altijd terecht bij uw therapeut.